Het begin van de Europese godsdienstvrede kan nauwkeurig
worden bepaald. Het was een reactie op de Unie van Atrecht (6 januari 1578)
waarin de Spaanse landvoogd met de Zuidelijke Nederlanden overeenkwam dat de katholieke
godsdienst de enige godsdienst was en dat iedere andere godsdienst verboden was. In de Noordelijke Nederlanden
was de reformatie al op gang gekomen. Eerder waren de Nederlandse gewesten in
de Pacificatie van Gent al overeengekomen om een oplossing te zoeken voor het
naast elkaar bestaan van religies en werden de wetten op ketterij afgeschaft.
De
Noordelijke Nederlandse gewesten voelden zich geschoffeerd door de ‘Unie van
Atrecht’ (1578) en reageerden met de ‘Unie van Utrecht’ die op 29 januari 1579 in
de Dom van Utrecht werd ondertekend. Aanvankelijk ondertekenden enkel de
gewesten Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre en de Groningse Ommelanden de Unie
van Utrecht. In de loop van 1579 sloten ook het gewest Overijssel, Landschap
Drenthe en Heerlijkheid Friesland en de steden Antwerpen, Breda, Brugge,
Brussel, Doornik en Valencijn, Groningen, Ieper, Lier en Venlo zich bij de Unie
aan. De voor godsdienstvrede belangrijke bepaling luidde: “persoonlijke vrijheid van
godsdienst in Holland en Zeeland; in andere steden en gewesten vrijheid om
eigen beleid op het gebied van godsdienst te voeren”.
29 januari 1579 was een begin
Je zou
kunnen zeggen dat de Noord-Nederlandse poldermentaliteit en de beginnende
Verlichting de ouders waren van de godsdienstvrijheid. De poldermentaliteit
zorgde voor nieuwe eenheid in verscheidenheid en de aanstormende verlichting
verbrak het primaat van religie over wereldse zaken. Toch zou het nog tot 1795
duren voor de logische consequentie van de vrijheid van godsdienst onder
invloed van de Franse revolutie er in de vorm van een officiële scheiding van
kerk en staat tot stand kwam.
De ‘Unie van
Utrecht’ was een mosterdzaadje voor de godsdienstvrede dat behoedzaam
gekoesterd en traag zijn weg vond naar het gehele Europese continent en per land
uiteindelijk in wetten werd vastgelegd.
Godsdienstvrijheid betekende dat iedere religie bestaansrecht had en dat ieder
individu het recht had om zijn eigen godsdienst te kiezen of te verlaten. De
dominantie van één enkele godsdienst was daarmee verbroken. Nederland kreeg nog wel te maken met een
staatsgodsdienst die andere religies tolereerde, maar bij de nieuwe grondwet
van Thorbecke in 1848 werden alle religies gelijk gesteld en kon iedereen
beroep doen op de grondwet.
Polderende religies in Nederland
Ook religies
moesten wennen aan het idee van godsdienstvrijheid en het heeft lang geduurd
voordat er zich een verstandhouding ontwikkelde die afspraken mogelijk maakten.
Nog steeds zijn er protestantse dominees te vinden die hel en verdoemenis
preken over ‘paapse toestanden’.
Ondertussen hadden de wat meer praktisch ingestelden al lang afspraken
gemaakt over netelige kwesties. Bijvoorbeeld over gemengde huwelijken die op
familieniveau tot ernstige problemen konden leiden. De praktische onderlinge
afspraak tussen religies was dat in een gemengd huwelijk de kinderen zouden
worden opgevoed in de religie van de vrouw. Binnenlandse missie om gelovigen
van andere religies te verleiden om tot de eigen religie toe te treden werd als
ongewenste concurrentie gezien. Inmiddels zijn we al weer veel verder. De
Oecumene brengt religies steeds dichter bij elkaar in een sfeer waarin wat
verbindt belangrijker is dan wat scheidt. Vrede op zijn best.
En nu de islam nog
De islam is
er in haar periode van ‘splendid isolation’ in geslaagd om de Europese
ontwikkelingen buiten de deur te houden. Ze treedt nu Europa binnen vanuit een
geheel andere geschiedenis en als gevolg daarvan ook totaal andere opvattingen.
De islam past niet in de Europese godsdienstvrede. Ze doet wel beroep op de
zwaarbevochten ‘vrijheid van godsdienst’ om haar eigen onveranderde religie een
plaats tussen de Europese religies te geven. Zonder bereid te zijn tot ook maar
enige aanpassing van de eigen religie, staat de islam in Europa op het standpunt
dat ze andere religies respecteert, maar niet deel wenst te nemen aan de in
Europa geldende godsdienstvrede. Er is ook niets wat haar dwingt dat wel te
doen. De islam is geen voorstander van de scheiding van kerk en staat. Ze zou
een Europese godsdienst kunnen zijn als ze dat wel was en afzag van
binnenlandse missie, als ze bij gemengde huwelijken toestaat dat de daaruit
voortkomende kinderen in de religie van de vrouw worden opgevoed, ze zou andere
religies als volkomen gelijkwaardig zien en haar gelovigen toestaan om uit de
islam te treden of naar een andere religie over te gaan.
Aan Oecumene
doet de islam niet. In het handboek voor Europese islamisten ( Westerse moslims
en de toekomst van de islam) schrijft Tariq Ramadan dat moslims wel deel kunnen
nemen aan interreligieuze gesprekken maar dat ze daarin de eigen waarheid
moeten uitdragen en naar respect voor en aanvaarding van hun standpunt moeten
zoeken (pagina 261-266). Elders in het boek roept hij op om de Westerse waarden
en normen te vervangen door islamitische waarden en normen omdat het Westerse
systeem ‘haram’ is (bijvoorbeeld pagina 255). De islam heeft haar eigen
mosterdzaadje in Europa geplant en laat er geen misverstand over bestaan dat ze
dat stevig wil laten groeien.
Godsdienstoorlog op komst?
Bassam Tibi, de in Nederland nog weinig bekende schrijver over de politiek van de islam,
komt na zijn analyses tot een belangrijke vraag: wordt Europa islamitisch of de
islam Europees? Hij beantwoordt de vraag
niet. Dat kan ook niet. Niemand weet hoe het af zal lopen. Ik ben minder
voorzichtig. Mijn stelling is dat als er niets verandert Europa gaandeweg
islamitisch zal worden. Ik baseer dat op de waarneming dat overal waar de islam
in de geschiedenis voet aan de grond heeft gekregen de cultuur werd
geïslamiseerd en daarmee de machtsverhoudingen. Het Midden-Oosten en
Noord-Afrika zijn op dit ogenblik het toneel van godsdienstoorlogen. Terwijl
Saoedi-Arabië de strenge salafistische
islam naar Europa exporteert, zijn de islamitische landen het toneel
waar islamisten een theocratie willen installeren en dictators (als eerder
Sadam Hussein) die dat trachten te voorkomen. Met de komst van islamitische
migranten en vluchtelingen komt ook een deel van de spanningen uit dat gebied
binnen. Daarnaast komt echter ook de banier binnen waaronder alle moslims,
ondanks hun tegenstellingen, zich scharen binnen: een religie die de wil heeft
om te domineren. In Nederland is de appreciatie van de islam na 9/11 en de
opkomst van de korangetrouwe IS niet groot meer. Ook het vertrouwen in moslims die
zich distantiëren onder het motto ‘niet mijn islam’, genieten weinig vertrouwen. Regelmatige
peilingen die uitwijzen dat onder de Europese moslims de aanhang voor IS onverwacht groot is, dragen daar aan
bij.
De
spanningen tussen moslims en de Europese bevolking zal in de toekomst alleen
maar blijven toenemen. De integratie wordt tegengewerkt door de islam, door de thuislanden en door de sociale
controle die moslims op het gewenste spoor houdt. Moslims worden gestimuleerd
andere dan economische deelname aan de samenleving te vermijden. Op de lange duur kunnen de spanningen zo groot
worden dat de bestaande tegenstellingen volledig aan het licht treden. Dat zal
het moment kunnen zijn waarop de islam het ongeschreven verdrag (Ramadan:
pagina 92) eenzijdig opzegt en een strijdende islam wordt zoals we die van
elders kennen.
De tribale
cultuur waaruit de islam voortkomt en die ze in zich opgenomen heeft maakt de
islam sterker dan de Europese godsdiensten die maar weinig militante aanhangers
kennen die bereid zijn om voor hun religie te vechten, laat staan de
martelaarsdood te riskeren. Dit verschil verontrust de Europese bevolking.
Europa kent geen tribalisme meer, al vanaf de veroveringen door Julius Cesar
werd het tribalisme bestreden. Kerk en
adel hebben dat later voortgezet omdat de tribaal georganiseerde bevolking geen ander gezag boven zich duldde.
Strijden voor Europese waarden en
normen
Vroeg of
laat zal Europa de strijd met de tribale islam moeten aangaan. Hoe eerder, hoe
beter, want de strijd zal heviger worden naarmate die langer wordt uitgesteld.
Een invalshoek is de rechten die de islam ontleent aan de vrijheid van
godsdienst te ontnemen. Dat betreft onder meer de vrijheid om scholen te
stichten, Moskeeën te bouwen en belastingaftrek voor giften aan islamitische
instellingen.
Rechten
ontlenen aan de vrijheid van godsdienst zou alleen toegankelijk mogen zijn voor
religies die ten volle de normen en waarden waarop de vrijheid van godsdienst
is gebaseerd onderschrijven en dat in de praktijk niet alleen met de mond
belijden.
Bij deze
invalshoek wordt de islam niet verboden, maar gezien haar leer uitgezonderd van
de rechten waarop religies zich mogen beroepen. Pas als de islam in Europa zich
hervormt en past binnen de Europese godsdienstvrede zouden die rechten haar
weer kunnen worden toegekend.
Er is moed
voor nodig om zo’n strijd aan te gaan. Het zou een strijd kunnen zijn die
geïnitieerd wordt door de christelijke religies en door christelijke politieke
partijen. Het zal geen eenzame strijd worden. Een groot deel van de bevolking
zal zo’n strijd steunen en het is ook bepaald niet uit te sluiten dat een
relevant deel van de moslims die strijd zal steunen omdat ze in vrede willen
leven en met rust wil worden gelaten door de militante islam.
De
godsdienstvrede heeft in Europa rust en vrede gebracht en godsdienstoorlogen
uitgebannen. Het zou niet moeten rusten voordat ook de islam inziet dat dit in
het belang is van moslims voor wie de islam thans nog een belemmering vormt om
volledig geaccepteerd te worden.
Update
In België worden de hervormers tegengewerkt door hun orthodoxe moslim broeders
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.2551189