dinsdag 27 oktober 2015

De Europese godsdienstvrede en de islam

                                                                   
De Unie van Utrecht dwong de vrijheid van godsdienst af
    


Het begin van de Europese godsdienstvrede kan nauwkeurig worden bepaald. Het was een reactie op de Unie van Atrecht (6 januari 1578) waarin de Spaanse landvoogd met de Zuidelijke Nederlanden overeenkwam dat de katholieke godsdienst de enige godsdienst was en dat iedere andere godsdienst verboden was.  In de Noordelijke Nederlanden was de reformatie al op gang gekomen. Eerder waren de Nederlandse gewesten in de Pacificatie van Gent al overeengekomen om een oplossing te zoeken voor het naast elkaar bestaan van religies en werden de wetten op ketterij afgeschaft.

De Noordelijke Nederlandse gewesten voelden zich geschoffeerd door de ‘Unie van Atrecht’ (1578) en reageerden met de ‘Unie van Utrecht’ die op 29 januari 1579 in de Dom van Utrecht werd ondertekend. Aanvankelijk ondertekenden enkel de gewesten Holland, Zeeland, Utrecht, Gelre en de Groningse Ommelanden de Unie van Utrecht. In de loop van 1579 sloten ook het gewest Overijssel, Landschap Drenthe en Heerlijkheid Friesland en de steden Antwerpen, Breda, Brugge, Brussel, Doornik en Valencijn, Groningen, Ieper, Lier en Venlo zich bij de Unie aan. De voor godsdienstvrede belangrijke bepaling luidde: “persoonlijke vrijheid van godsdienst in Holland en Zeeland; in andere steden en gewesten vrijheid om eigen beleid op het gebied van godsdienst te voeren”.

29 januari 1579 was een begin
Je zou kunnen zeggen dat de Noord-Nederlandse poldermentaliteit en de beginnende Verlichting de ouders waren van de godsdienstvrijheid. De poldermentaliteit zorgde voor nieuwe eenheid in verscheidenheid en de aanstormende verlichting verbrak het primaat van religie over wereldse zaken. Toch zou het nog tot 1795 duren voor de logische consequentie van de vrijheid van godsdienst onder invloed van de Franse revolutie er in de vorm van een officiële scheiding van kerk en staat tot stand kwam.
De ‘Unie van Utrecht’ was een mosterdzaadje voor de godsdienstvrede dat behoedzaam gekoesterd en traag zijn weg vond naar het gehele Europese continent en per land uiteindelijk  in wetten werd vastgelegd. Godsdienstvrijheid betekende dat iedere religie bestaansrecht had en dat ieder individu het recht had om zijn eigen godsdienst te kiezen of te verlaten. De dominantie van één enkele godsdienst was daarmee verbroken.  Nederland kreeg nog wel te maken met een staatsgodsdienst die andere religies tolereerde, maar bij de nieuwe grondwet van Thorbecke in 1848 werden alle religies gelijk gesteld en kon iedereen beroep doen op de grondwet.

Polderende religies in Nederland
Ook religies moesten wennen aan het idee van godsdienstvrijheid en het heeft lang geduurd voordat er zich een verstandhouding ontwikkelde die afspraken mogelijk maakten. Nog steeds zijn er protestantse dominees te vinden die hel en verdoemenis preken over ‘paapse toestanden’.  Ondertussen hadden de wat meer praktisch ingestelden al lang afspraken gemaakt over netelige kwesties. Bijvoorbeeld over gemengde huwelijken die op familieniveau tot ernstige problemen konden leiden. De praktische onderlinge afspraak tussen religies was dat in een gemengd huwelijk de kinderen zouden worden opgevoed in de religie van de vrouw. Binnenlandse missie om gelovigen van andere religies te verleiden om tot de eigen religie toe te treden werd als ongewenste concurrentie gezien. Inmiddels zijn we al weer veel verder. De Oecumene brengt religies steeds dichter bij elkaar in een sfeer waarin wat verbindt belangrijker is dan wat scheidt. Vrede op zijn best.

En nu de islam nog
De islam is er in haar periode van ‘splendid isolation’ in geslaagd om de Europese ontwikkelingen buiten de deur te houden. Ze treedt nu Europa binnen vanuit een geheel andere geschiedenis en als gevolg daarvan ook totaal andere opvattingen. De islam past niet in de Europese godsdienstvrede. Ze doet wel beroep op de zwaarbevochten ‘vrijheid van godsdienst’ om haar eigen onveranderde religie een plaats tussen de Europese religies te geven. Zonder bereid te zijn tot ook maar enige aanpassing van de eigen religie, staat de islam in Europa op het standpunt dat ze andere religies respecteert, maar niet deel wenst te nemen aan de in Europa geldende godsdienstvrede. Er is ook niets wat haar dwingt dat wel te doen. De islam is geen voorstander van de scheiding van kerk en staat. Ze zou een Europese godsdienst kunnen zijn als ze dat wel was en afzag van binnenlandse missie, als ze bij gemengde huwelijken toestaat dat de daaruit voortkomende kinderen in de religie van de vrouw worden opgevoed, ze zou andere religies als volkomen gelijkwaardig zien en haar gelovigen toestaan om uit de islam te treden of naar een andere religie over te gaan.

Aan Oecumene doet de islam niet. In het handboek voor Europese islamisten ( Westerse moslims en de toekomst van de islam) schrijft Tariq Ramadan dat moslims wel deel kunnen nemen aan interreligieuze gesprekken maar dat ze daarin de eigen waarheid moeten uitdragen en naar respect voor en aanvaarding van hun standpunt moeten zoeken (pagina 261-266). Elders in het boek roept hij op om de Westerse waarden en normen te vervangen door islamitische waarden en normen omdat het Westerse systeem ‘haram’ is (bijvoorbeeld pagina 255). De islam heeft haar eigen mosterdzaadje in Europa geplant en laat er geen misverstand over bestaan dat ze dat stevig wil laten groeien.

Godsdienstoorlog op komst?
Bassam Tibi, de in Nederland nog weinig bekende schrijver over de politiek van de islam, komt na zijn analyses tot een belangrijke vraag: wordt Europa islamitisch of de islam Europees?  Hij beantwoordt de vraag niet. Dat kan ook niet. Niemand weet hoe het af zal lopen. Ik ben minder voorzichtig. Mijn stelling is dat als er niets verandert Europa gaandeweg islamitisch zal worden. Ik baseer dat op de waarneming dat overal waar de islam in de geschiedenis voet aan de grond heeft gekregen de cultuur werd geïslamiseerd en daarmee de machtsverhoudingen. Het Midden-Oosten en Noord-Afrika zijn op dit ogenblik het toneel van godsdienstoorlogen. Terwijl Saoedi-Arabië de strenge salafistische  islam naar Europa exporteert, zijn de islamitische landen het toneel waar islamisten een theocratie willen installeren en dictators (als eerder Sadam Hussein) die dat trachten te voorkomen. Met de komst van islamitische migranten en vluchtelingen komt ook een deel van de spanningen uit dat gebied binnen. Daarnaast komt echter ook de banier binnen waaronder alle moslims, ondanks hun tegenstellingen, zich scharen binnen: een religie die de wil heeft om te domineren. In Nederland is de appreciatie van de islam na 9/11 en de opkomst van de korangetrouwe IS niet groot meer. Ook het vertrouwen in moslims die zich distantiëren onder het motto ‘niet mijn islam’,  genieten weinig vertrouwen. Regelmatige peilingen die uitwijzen dat onder de Europese moslims de aanhang  voor IS onverwacht groot is, dragen daar aan bij.

De spanningen tussen moslims en de Europese bevolking zal in de toekomst alleen maar blijven toenemen. De integratie wordt tegengewerkt door de islam,  door de thuislanden en door de sociale controle die moslims op het gewenste spoor houdt. Moslims worden gestimuleerd andere dan economische deelname aan de samenleving te vermijden.  Op de lange duur kunnen de spanningen zo groot worden dat de bestaande tegenstellingen volledig aan het licht treden. Dat zal het moment kunnen zijn waarop de islam het ongeschreven verdrag (Ramadan: pagina 92) eenzijdig opzegt en een strijdende islam wordt zoals we die van elders kennen.
De tribale cultuur waaruit de islam voortkomt en die ze in zich opgenomen heeft maakt de islam sterker dan de Europese godsdiensten die maar weinig militante aanhangers kennen die bereid zijn om voor hun religie te vechten, laat staan de martelaarsdood te riskeren. Dit verschil verontrust de Europese bevolking. Europa kent geen tribalisme meer, al vanaf de veroveringen door Julius Cesar werd het tribalisme bestreden.  Kerk en adel hebben dat later voortgezet omdat de tribaal georganiseerde bevolking  geen ander gezag boven zich duldde.

Strijden voor Europese waarden en normen
Vroeg of laat zal Europa de strijd met de tribale islam moeten aangaan. Hoe eerder, hoe beter, want de strijd zal heviger worden naarmate die langer wordt uitgesteld. Een invalshoek is de rechten die de islam ontleent aan de vrijheid van godsdienst te ontnemen. Dat betreft onder meer de vrijheid om scholen te stichten, Moskeeën te bouwen en belastingaftrek voor giften aan islamitische instellingen.
Rechten ontlenen aan de vrijheid van godsdienst zou alleen toegankelijk mogen zijn voor religies die ten volle de normen en waarden waarop de vrijheid van godsdienst is gebaseerd onderschrijven en dat in de praktijk niet alleen met de mond belijden.
Bij deze invalshoek wordt de islam niet verboden, maar gezien haar leer uitgezonderd van de rechten waarop religies zich mogen beroepen. Pas als de islam in Europa zich hervormt en past binnen de Europese godsdienstvrede zouden die rechten haar weer kunnen worden toegekend.
Er is moed voor nodig om zo’n strijd aan te gaan. Het zou een strijd kunnen zijn die geïnitieerd wordt door de christelijke religies en door christelijke politieke partijen. Het zal geen eenzame strijd worden. Een groot deel van de bevolking zal zo’n strijd steunen en het is ook bepaald niet uit te sluiten dat een relevant deel van de moslims die strijd zal steunen omdat ze in vrede willen leven en met rust wil worden gelaten door de militante islam.

De godsdienstvrede heeft in Europa rust en vrede gebracht en godsdienstoorlogen uitgebannen. Het zou niet moeten rusten voordat ook de islam inziet dat dit in het belang is van moslims voor wie de islam thans nog een belemmering vormt om volledig geaccepteerd te worden.


Update
In België worden de hervormers tegengewerkt door hun orthodoxe moslim broeders
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/1.2551189