maandag 19 september 2016

Waarom er geen katholiek in het team van DENK zal komen.

                                                                     


DENK verzamelt vertegenwoordigers van groepen die vanuit het heden of verleden klachten hebben over wat hen, dankzij de Nederlandse samenleving,  aan ergs zou zijn overkomen. Een vertegenwoordiger van het katholieke volksdeel zou daar eigenlijk uitstekend tussen passen. Wat die groep sinds het einde van de zestiende eeuw is overkomen, is nogal een schandvlek op het nationaal blazoen.

Anders dan bij andere groepen die nog wat te stellen hebben (of hebben gehad) met de hardvochtige kanten van de niet altijd terechte bewieroking van de Nederlandse cultuur, wordt er nooit een herdenking georganiseerd over wat katholieken is overkomen. In geheel Nederland is er ook nergens een monument te vinden dat het besef van de wandaden die katholieken is overkomen levendig houdt. In het nationaal bewustzijn is de geschiedenis van wat katholieken is overkomen weggestopt. Er is nooit sprake geweest van herstelbetalingen of teruggave van gestolen bezit.

De tweede helft van de zestiende eeuw was er een vol religieus geweld. De spanningen resulteerden in 1566 in een ‘beeldenstorm’, een wat eufemistische benaming waaronder heel wat gruwelen verborgen zijn. Niet alleen werden katholieke kerken ontdaan van aanwezige beelden. Er werden ook priesters en  nonnen vermoord en kloosters werden vernield. Belijdenis van het katholieke geloof werd verboden. Al het katholiek bezit van kerken, kloosters en liefdadigheidsinstellingen, en dat was nogal wat, werd geconfisqueerd. Eeuwen waarin katholieken met hun bijdragen de kerk rijk maakten, werden ongedaan gemaakt. Calvinisten namen het bezit over en deden er goede zaken mee.

Het materieel verlies van de complete katholieke infrastructuur was nog niet eens het grootste verlies. De grote pijn voor iedereen die trouw wilden blijven aan het katholieke geloof lag in het feit dat zij als vijanden en tweederangsburgers werden gezien en behandeld.  Omdat verondersteld werd dat ze trouw bleven aan Rome werden ze gewantrouwd en kregen sociaal en economisch nog nauwelijks kansen. Bedrijfjes van katholieken werden geboycot en protestantse werkgevers namen geen katholieken in dienst. Het was erger dan wat tegenwoordig ‘discriminatie’ werd genoemd. Geen enkel overheidsambt mocht door katholieken worden vervuld en vooral in steden en dorpen met een gemengde bevolking verpauperden op den duur veel katholieken. Prins Willem van Oranje (tussen 1559-1567 Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht) vond het wel prima.

Gedurende de Napoleontische tijd, bijna twee-en-een-halve eeuw later was er sprake van enige verlichting. In de negentiende eeuw werden ondanks hevig verzet van de protestanten de touwtjes wat minder strak. In 1827 werd door de Nederlanden, dat toen nog België omvatte,  een concordaat met Rome gesloten. Nederlandse ministers schoven de uitvoering echter op de lange termijn. Het was één van de redenen voor de Belgische opstand van 1830 die uiteindelijk tot afscheiding van België zou leiden. In 1848 kwam er eindelijk, door een herziening van de grondwet, wettelijke ruimte voor het katholicisme.

Het vernederde, gekrenkte, gediscrimineerde, verarmde en onderdrukte volksdeel begon zich vanaf toen te organiseren. Het werd het begin van de ‘verzuiling’ waarin alle religies hun eigen scholen, kerken en verenigingen hadden. De verzuiling duurde zeker tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw. En terugkijkend vanaf die periode kan worden vastgesteld dat het katholicisme op eigen kracht een sterke zuil had gesticht die veel bijdroeg aan de emancipatie van katholieken. Het bleken voortreffelijke Nederlanders te zijn. De emancipatie was zo succesvol dat er in Nederland bijna geen katholiek meer over bleef.

Geen herdenkingen, monumenten, excuses, herstelbetalingen of teruggave van bezit. Het hoefde kennelijk ook niet meer. Katholieken kozen niet voor de slachtofferrol, maar bouwden vanuit niets en zonder staatshulp een krachtige zuil die haar leden ondersteunde en liet emanciperen. In feite een groot succes. Een succes dat in de jaren tachtig de toenmalige minister-president Ruud Lubbers op de gedachte bracht dat de islam als zuil daar een voorbeeld aan kon nemen.


Nee, DENK zal geen katholiek in haar team kunnen opnemen. De partij richt zich in feite op groepen die voor de slachtofferrol kiezen en vandaaruit een negatieve en beschuldigende politieke ideologie omarmen. Het wordt tijd om ze de oren te wassen. De slachtofferrol en de vandaaruit voortvloeiende beschuldigingen zijn niet meer dan een maskering van het eigen (cultureel) falen om van de geboden kansen gebruik te maken.